Wie na een hartinfarct stopt met roken, blijft vaak permanent van de sigaret af. Het maakt niet uit of de roker daarbij een antirookprogramma volgt. Dat blijkt uit onderzoek van promovendus Marjolein Snaterse.
Snaterse is docent-onderzoeker aan de HvA. Voor haar onderzoek volgde ze 824 hartpatiënten, waarvan 324 rokers bij vijftien ziekenhuizen.
Verhoogd risico
Wie een hartinfarct overleeft, heeft een verhoogd risico op een tweede hartinfarct of een andere hart- of vaataandoening. Patiënten wordt daarom op het hart gedrukt om hun leefstijl te ontdoen van zo veel mogelijk risico’s.
Het is belangrijk om bloeddruk, cholesterol, bloedsuikerspiegel en gewicht zo snel mogelijk op de juiste waarden te krijgen. Dat betekent regelmatig bewegen – minstens vijf keer per week een half uur – én stoppen met roken. Dat is de belangrijkste aanpassing.
Kransslagader
Een hartinfarct is vaak het gevolg van een aandoening aan de kransslagader. In 2017 waren er ongeveer 800.000 patiënten in Nederland met deze aandoening. Snaterse zegt in Het Parool:
‘Het verband tussen roken en vaatziekten is bij het brede publiek allang bekend. Een hartinfarct vloeit voort uit een vernauwing van de kransslagader, waardoor er te weinig zuurstof naar het hart vloeit en patiënten een drukkend gevoel op de borst voelen.’
‘Als je dan in het ziekenhuis belandt, verhelpt een arts die vernauwing met een stent, maar dat betekent niet dat je aders na afloop gezond zijn. Je vaatwand is beschadigd en dus gevoelig voor verder beschadiging. En het allerbelangrijkst om dat te voorkomen is stoppen met roken.’
Stoppercentage
Snaterse onderzocht of de huidige stoppen-met-roken-programma’s voor rokers na een hartinfarct effectiever konden, door bijvoorbeeld individueel telefonisch begeleid te worden. Maar in vergelijking met de gebruikelijke zorg leidde dat niet tot een hoger stoppercentage.
‘Een hartinfarct is de beste motivator om te stoppen met roken. De meerderheid van de onderzochte rokers die stoppen na een hartinfarct konden dat prima zelfstandig en hebben geen behoefte aan een stoppen-met-roken-programma.’
Volgens Snaterse hebben rokers die stoppen helemaal geen behoefte aan hulp bij het stoppen. Veel liever krijgen ze begeleiding om te voorkomen dat ze in gewicht aankomen. Ook wilden ze graag meedoen aan beweegprogramma’s.
Bron: Het Parool, HVA